Adri Gelten

Adri Gelten, een bezige bij

“Iedereen die hem kent weet dat Adri een kunstminnend man is. Daarom wordt deze ‘in de kijker’ speciaal voor hem omdat het zijn ‘in de kijker’ is een poëtisch getint essay.”

Iets na 19.00 uur bellen we aan bij Adri Gelten, het moment van de dag waarop de mensen zich nestelen in de zetel van hun woonkamer om het rustig aan te doen, na een drukke werkdag, na hun welverdiende avondmaaltijd. Dat geldt echter niet voor Adri. Hij opent de deur met een brede glimlach van oor tot oor. Hij staat immers dag en nacht klaar voor alles en iedereen. Op een rustgevende, kalme manier stapt hij met ons naar de veranda waar het natje en het droogje al klaar staan. De kat die opgerold in een doos lag te soezen opent één oog en heeft meteen genoeg gezien: zij dommelt terug in – volledig ‘Zen’.

Met een haast Boeddhistische rust vertelt Adri ons zijn verhaal, opmerkelijk genoeg met een TGV-vaart maar veel steviger dan de Fyra. Van kinds af aan doet hij aan sport. Hij sport graag omdat hij dat belangrijk vindt om tal van redenen, maar vooral om het bewegen, het actief zijn, het samen naar een doel toewerken om daarbij samen in de eerste plaats zo veel mogelijk plezier te maken. Dat ‘samen’, dat ‘naar een doel toe werken’ blijft bij Adri plakken, zo zal hij ontiegelijk veel zaken aanpakken op sociocultureel gebied – zelf tot in de politiek: Hij was spelend lid van De Grenswachters, secretaris van de carnavalsvereniging, redacteur van de Putse Stencilkrant tot zelfs – ja, echt … echt: Prins Carnaval!

Tegelijkertijd of ergens er tussenin (met de gauwte) springt hij binnen bij de oprichtingsvergadering van De Spartaan, speelt hij tennis, voetbalt hij, richt hij tennisclub ‘De Vrije Teugel’ op waar heel wat Spartanen getennist hebben (en passant wordt hij daar dan nog even voorzitter), maar daar stopt het niet: hij duikt in de politiek, krijgt daar allerlei functies. Je houdt het niet voor mogelijk: de telefoon van het Witte Huis staat roodgloeiend - alle alarmsignalen rinkelen. De meest uiteenlopende tijdslijnen schuiven door elkaar, de relativiteitstheorie en de snaartheorie moeten buigen: Adri overstijgt tijd en ruimte! En toch, zit er voor ons een ongelooflijk rustige man die negen jaar geleden problemen kreeg met zijn knie. Die knie waarvan de garantieperiode verstreken was, mocht dan wel opspelen maar ze zou Adri echter niet kunnen stoppen om sportief actief te blijven.

Met knikkende knieën, maar wel niet van de schrik, meldt hij zich opnieuw aan bij De Spartaan. Opnieuw omdat, zoals eerder gezegd, Adri reeds bij de oprichtingsvergadering van De Spartaan aanwezig was en zich daar toen ook inschreef. Hij zou meer dan tien jaar netjes zijn contributie betalen. Toen De Spartaan feestelijk 10 kaarsjes uitblies, vergat ‘men’ Adri. Waarom? Wie weet het? Was zijn inschrijvingsformulier en de uittreksels van de betalingen verloren gegaan als zoveel documenten destijds bij de brand van de Bibliotheek van Alexandrië? Hoe het ook zij het feest ging voort zonder Adri en Adri ging voort zoals het hoort … niemand die ooit iets had gehoord over hoe het juist was ontspoord … maar, beminnelijk als Adri is: ‘dat was toen en nu is nu’. Dus Adri via zijn sociale netwerk (lang voor twitter en Facebook) terug bij De Spartaan waar hij onmiddellijk met open armen werd ontvangen in de B-ploeg. Dat was ‘in den tijd’ de damesploeg van Els, Maria, Dini enz. Trouwens, hij had geen idee van de ritten wat betreft de snelheid en de afstand. Ja, dan kan  je best even met de dames meerijden, die zullen je wel inwijden. Meer zelfs, die kenden Adri van toen hij garçon was en sloegen meteen twee vliegen in een klap – je kent onze dames: Adri als koprijder en … als privé-garçon.

Na deze korte rituele inwijding doemde er voor onze Adri eindelijk licht in het wieler toeristische labyrint. Hoewel hij zijn draai bij de dames best had kunnen vinden, trok hij zoals hij zelfs zegt ‘zijn stoute schoenen aan’ en klopte aan bij de 25-groep van Marc Van Belle waar hij definitief zijn draai zou vinden. Adri schenkt nog eens bij, gaat wat gemakkelijker in zijn stoel zitten, tovert zijn glimlach tevoorschijn en vertelt: ‘Daar beviel het me best. Een heel leuke groep met interessante mensen. Daarenboven heerst er een prima sfeer waardoor ik de juiste motivatie te pakken kreeg.’ Zoals alle Spartanen was Adri nu gebeten van het wielertoerisme, van het fietsen, het samen gezellig rondrijden. Binnen de 25 is Adri uitgegroeid tot een vaste waarde. Hij is de man van de ‘toegevoegde’ waarde, van het verhaal, meer de story dan de plot en vooral waar het niet om de personages maar om de mensen gaat. Mede door Adri, maar zeker ook de anderen stelt hij duidelijk, groeide de goede sfeer die er al heerste bij de 25 uit tot een atmosfeer en zelfs tot een biosfeer: de leuke, fijne, gezellige omgeving waarin de 25-ers rondfietsen als voorbeeldige wielertoeristen.

Omdat hij fietsen zo gezellig vindt, wil hij dat ook uitdragen, meegeven aan anderen. Hij neemt het dan ook op zich om nieuwkomers in de groep een beetje ‘wegwijs’ te maken. Iedere groep heeft zo zijn manier van doen: ‘Het gaat er zus of zo aan toe, goede afspraken maken goede vrienden.’ Bij de 25 zijn het dan ook allemaal goede vrienden, vrolijke vrienden. Uiteraard is het stil waar het nooit waait, maar ach als het al eens woei ervoer niemand dat als waaien. Voilà, probeer daar maar eens een speld tussen te krijgen of een touw aan vast te knopen! Adri staat echter altijd paraat om Gordiaanse knopen te ontwarren (zonder ze door te hakken) meer info bij Adri. Wat de fiets als fysiek ding betreft daar hangt weer een verhaal a la Gelten aan vast: ‘Aanvankelijk reed ik op een tweedehandse Cornello beetje naaimachineolie hier, wat gesleutel daar en het karretje bolde behoorlijk. Na het fietsen, surft een mens al eens op het internet en wat ziet mijn ‘lodderig’ oog? Een ‘Roam’ nooit van gehoord (niemand heeft daar ooit iets van gehoord) – goed, die Roam tikte ik voor een prikje op de kop’. Na een middag op z’n Leonardo Da Vinci’s met hamer, jefzaag (info bij de Belgen) en breekijzer aan de slag was de bike perfect getuned naar Adri’s wensen. Of zoals hij het zelf uitdrukt: ‘Na wat modificaties had ik een prachtig karretje waarmee ik makkelijk kilometers kon malen’. Toch even vermelden dat karretje hier wat ‘bizar’ staat, klinkt. Roam is niet gekend als fietsmerk, maar enkel als rolstoelfabrikant – en dit is geen grap, vraag maar aan Adri. Uiteindelijk kocht hij zich een racefiets Merida waar hij momenteel mee rijdt en waar hij zeer tevreden over is. Toch stelt Adri: ‘Ongeacht het merk, het blijven de benen die het moeten doen’.

Na deze lyrische omzwervingen resulterend in heuse wijsheden doet Adri er een nog een bisnummer bovenop: ‘En zo maak ik al enige jaren deel uit van de vaste basis van “de vijfentwintigers”. Ik probeer samen met de anderen een zo goed mogelijke onderlinge sfeer te kweken en zo beleef ik veel plezier aan onze toertochten.’

Als goede raad geeft hij nog mee: ‘Blijven fietsen dames en heren want het is toch zo gezellig’.

Ja Adri, bij jou in de buurt is het altijd gezellig, een gezelligheid die haar kracht vindt in de rust die jij altijd uitstraalt – een warme vriendschap, een vriendschappelijke warmte. De Spartaan waardeert mensen zoals jij die de club ‘een hart en een ziel’ geven, waarvoor oprechte dank. (RS).

terug naar startpagina